Een Clean Industrial Deal om de concurrentiekracht van de Europese industrie te versterken en een Europees Competitiveness Fund om investeringen in infrastructuur- en industrieprojecten te ondersteunen, vooral in energie-intensieve sectoren. Enkele maanden na de lancering van de Antwerp Declaration for a European Industrial Deal kondigt Ursula von der Leyen als herkozen Europees Commissievoorzitster een ambitieus industriebeleid aan. Dat is broodnodig. Al zal de ‘clean’ ook een ‘clear’ deal moeten zijn die bedrijven voldoende duidelijkheid biedt en vertrouwen geeft om in België en Europa te investeren, innoveren en jobs te creëren.
“Onze eerste prioriteit is welvaart en concurrentievermogen. Want wie niet concurrentieel is, zal afhankelijk zijn.” Het was opvallend hoezeer von der Leyen bij haar toespraak voor het Europees Parlement concurrentiekracht centraal zette in haar betoog, en daarbij expliciet verwees naar de energie-intensieve industrie. De voorbije vijf jaar is de wereld ingrijpend veranderd. De komende vijf jaar zal de volgende Europese Commissie strategisch moeten handelen om Europa weer een meer prominente en zelfbewuste rol te laten spelen op het wereldtoneel, in het bijzonder op het vlak van economie en industrie.
In de eerste honderd dagen van de nieuwe Commissie wil von der Leyen daarom een groot industrieplan uitwerken, de Clean Industrial Deal. Daarmee geeft ze gehoor aan de duidelijke oproep tijdens de European Industry Summit eerder dit jaar bij BASF in Antwerpen. In de daar gelanceerde Antwerp Declaration for a European Industrial Deal, intussen gesteund door bijna 1.300 bedrijven en organisaties vanuit 25 industriesectoren, vraagt de Europese industrie, samen met de vakbonden, om een ondersteunend industriebeleid dat de concurrentiekracht versterkt, investeringen aantrekt en de juiste randvoorwaarden creëert om de ambities van de Europese Green Deal waar te maken op het terrein.
Nieuwe mindset
Die boodschap heeft de Europese Commissievoorzitster duidelijk ter harte genomen. Meer pragmatisme en minder micromanagement, met loodzware rapportageverplichtingen en overmatige detailzucht in regelgeving. Meer investeringen in infrastructuur en innovatie en extra inspanningen voor het verlagen van de structureel hoge energiekosten die de concurrentiekracht schaden. Een competitiviteitscheck bij nieuwe regelgeving, meer aandacht voor technologieneutraliteit en een Europese Biotech Act om biotechnologie op Europese bodem alle kansen te geven. De eerste krijtlijnen van het geherkalibreerde industriebeleid ogen beloftevol.
Dat is de nieuwe mindset die we nodig hebben. Het besef dat een sterke industrie de katalysator is voor een duurzame toekomst. Dat een stevig industrieel weefsel, van start-up tot kmo en internationale onderneming, de bron is van jobs en welvaart en de basis vormt van nieuwe technologieën en duurzame materialen die hier ontwikkeld en geproduceerd worden. Want naast onze concurrentiekracht staat ook onze strategische autonomie onder druk. Waarbij we geconfronteerd worden met een toenemend protectionisme in de wereldhandel en machtige handelsblokken als China en de Verenigde Staten. We kunnen het ons niet permitteren om voor cruciale sectoren als chemie en farma afhankelijk te worden van andere werelddelen.
Belgische Industrial Deal
De ambities van de Green Deal richting klimaatneutraliteit en een meer circulaire economie blijven onveranderd. Het is positief dat Europa er nu ook een sterk industriebeleid aan wenst te koppelen om bedrijven effectief te ondersteunen in hun ongeziene industriële transitie. Dat is ook de verdienste van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Raad dat industriële concurrentiekracht hoog op de Europese politieke agenda heeft geplaatst en gehouden. De uitdagingen blijven evenwel groot om tegelijk radicaal te verduurzamen en mondiaal concurrentieel te blijven. Laat de Europese Industrial Deal daarom een inspiratiebron zijn om ook in eigen land, op alle politieke niveaus, een ambitieus industriebeleid centraal te stellen in de regeerakkoorden en het gevoerde beleid.
Yves Verschueren
Gedelegeerd bestuurder essenscia